Thomas van Aquino

Plaats reactie
David Bakker
Beheerder
Berichten: 1337
Lid geworden op: ma 28 nov 2011, 00:35

Thomas van Aquino

Bericht door David Bakker »

Ik heb me verdiept in de rechtsfilosofie van Thomas van Aquino (1225-1274).

In zijn hoofdwerk Summa Theologiae brengt Thomas van Aquino in ruim 500 vraagstellingen een synthese tot stand van het christendom en Aristoteles. In de vraagstellingen 90 tot en met 97 komt Aquinas’ rechtsfilosofie naar voren. Daarin definieert hij een wet als een ordering van de rede ten behoeve van het algemeen welzijn dat is afgekondigd door degene die de zorg draagt voor de gemeenschap. Deze ordening behelst zowel een voorschrift voor toekomstig handelen als een maatstaf voor verleden handelingen. Aquino onderscheidt vier wetten die allen voldaan aan bovenstaande definitie: de eeuwige wet, de goddelijke wet, de natuurlijke wet en de menselijke wet.

De hoogste wet is de eeuwige wet, waarvan alle wetten zijn afgeleid, en die ziet op het goddelijk wereldplan dat al het geschapene omvat, tezamen met de doelen waarvoor het geschapen is en de middelen waarmee het die doelen kan realiseren. Deze eeuwige wet wijst voor elk element in de schepping de weg naar zijn vervolmaking, en zo naar de vervolmaking van de schepping als geheel. Alle dingen waaronder planten en dieren, met uitzondering van de mens, volgen deze wet automatisch en onbewust. De mens is een rationeel wezen en kan daarom naar eigen oordeel handelen.

Ieder ding neigt tot een werkzaamheid die overeenkomstig zijn vorm is. Een bal rolt overeenkomstig zijn ronde vorm. Ook mensen hebben volgens Aquino een vorm, namelijk een menselijke ziel. Eigen aan deze ziel is de menselijke rede. Menselijke handelingen zijn handelingen van menselijke wezens als wezenlijk redelijke wezens. Als zodanig streven zij naar het einddoel d.w.z. het volmaakte geluk, dat bestaat in volkomen gerichtheid van de mens op het uiteindelijke voorwerp van zijn kennis en liefde, God. Dit volmaakte geluk is slechts bereikbaar in het hiernamaals. In dit leven is, gezien het tijdelijke van dit alles, een onvolmaakt geluk het hoogst haalbare. Het aardse geluk moet worden gevonden in zaken als vriendschap, deugdzaamheid, kennis van het einddoel, schoonheid en door met andere mensen samen te werken en te leven.

De natuurlijke wet zijn de richtlijnen in de eeuwige wet welke betrekking hebben op menselijk handelen als middel tot perfectie van de mens . God heeft de natuurlijke wet afgekondigd door de mens te scheppen en hem te voorzien van de praktische rede waarmee hij de beginselen van de natuurlijke wet onderkent, formuleert en uitwerkt. De beginselen van de natuurlijke wet beogen het gemeenschappelijke menselijke geluk dat onvolmaakt is in dit leven maar volmaakt in het volgende.

Het eerste voorschrift van de natuurlijke wet luidt dat het goede moet worden gedaan en het kwade worden nagelaten. Het goede is datgeen waartoe de mens een natuurlijke neiging heeft. De eerste beginselen van de natuurlijke wet corresponderen daarom met onze natuurlijke neigingen. Op de eerste plaats is dit onze neiging tot zelfbehoud die de mens deelt met alle zelfstandigheden en op de tweede plaats de neigingen die de mens deelt met dieren zoals geslachtelijke omgang tussen man en vrouw, de opvoeding van de kinderen en dergelijke. Ten slotte is er in de mens een neiging tot het goede, overeenkomstig de natuur van de rede, die hem eigen is. Zo heeft een mens een natuurlijke neiging om de waarheid omtrent God te kennen en tot het leven in gemeenschap.
Deze eerste beginselen (natuurlijke neigingen) zijn geheel en al onveranderlijk.

Omdat de voorschriften van de natuurlijke wet zo algemeen zijn is een zekere concretisering nodig in de vorm van menselijke wetten c.q. positief recht. De menselijke wetten worden gezien als conclusies uit de algemene voorschriften van de natuurlijke wet of als een nadere invulling daarvan. Een menselijke wet die afwijkt van de natuurlijke wet is volgens Aquinas ‘een verdorvenheid van de wet’.

Desalniettemin moet het positieve recht niet alleen aan de natuurlijke wet maar ook aan de Goddelijke wet worden getoetst. De Goddelijke wet behelst de richtlijnen die God aan de mensen in de Tien Geboden heeft geopenbaard en die naast de natuurlijke en de menselijke wet nodig zijn om de mens voldoende sturing te geven om tot de eeuwige gelukzaligheid
hagenaars
Berichten: 365
Lid geworden op: zo 20 okt 2019, 16:33

Re: Thomas van Aquino

Bericht door hagenaars »

Een helder en duidelijk exposé. God, de ziel en de schepping onthuld. Knap hoor! Nu de Ethica van Spinoza nog. Zijn Russell en Wittgenstein nu aan de beurt en Ryle?

Gilbert Ryle, The concept of mind. 1949. Zijn belangrijkste werk The Concept of Mind publiceerde hij in 1949. Hierin geeft hij ook aan dat de "general trend of this book will undoubtedly, and harmlessly, be stigmatised as 'behaviourist'."[3] Zelf acht hij, voornamelijk vanwege zijn intensieve studie van de werken van Bernard Bolzano, Franz Brentano, Alexius Meinong, Edmund Husserl, en Martin Heidegger, meer het label van fenomenologie op zijn plaats.
Plaats reactie