IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Pieter Rijnja
Berichten: 3
Lid geworden op: do 20 sep 2012, 13:47

IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door Pieter Rijnja »

IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

“God” is een heel oud idee, misschien wel zo oud als de mensheid. Door alle tijden en culturen heen heeft dat oude idee ook ons bereikt, maar het is wel beladen met allerlei denkbeelden en verhalen, soms met een mythologisch karakter, die er in de loop der tijden aan zijn blijven hangen. Sommige mensen kunnen zich God alleen maar voorstellen in die overgeleverde beelden en woorden. Voor anderen maken die oude voorstellingen God juist in onze tijd ongeloofwaardig. Zo verdwijnt hij uit de denkwereld van veel tijdgenoten. Ik zie dat als een enorme verarming van onze cultuur: de verschraling van de geestelijke dimensie. God is voor mensen en maatschappelijk onmisbaar.
Ik zoek naar een beeld van God dat mij en mijn tijdgenoten weer kan inspireren. Misschien moeten daarvoor sommige mythische voorstellingen gerelativeerd worden.

Op de vraag of God bestaat kun je niet gewoon Ja zeggen, want daarmee zet je hem op één lijn met al het andere dat bestaat: een object naast al dat andere, een “iemand” zoals er zoveel zijn. Dit is de gangbare manier waarop wij over God praten. We noemen hem Onze Vader en hij heeft een adres: “…die in de hemel zijt” dat lijkt te verwijzen naar een eigen domein, een locatie elders waar wij voorlopig geen toegang hebben. Het is deze object-achtige god, waaraan op grote schaal getwijfeld wordt. Hij hoeft helemaal niet, hij zou er net zo goed niet kunnen zijn. Het is nog niemand gelukt het bestaan van deze God te bewijzen, en dat is voor veel mensen reden genoeg dat bestaan dan ook maar te ontkennen. Voor hen is God dood en hij wordt niet gemist.
Voor anderen, en daar reken ik mezelf ook toe, is God wel degelijk een werkelijkheid. Niet omdat zij overtuigd zijn van zijn bestaan, maar omdat zij in hem geloven. Geloven is een vermoeden, een intuïtie, een verlangen naar een God om lief te hebben, een vertrouwen in het ongeziene. Ik geloof, maar dat wil niet zeggen dat ik alles wat over God gezegd en gepreekt wordt voor wáár aanneem. Sommige “waarheden” die ons worden voorgehouden acht ik betwijfelbaar, ze hebben het karakter van mythen of maken van God een uitvergroot mens. Ik voel mee met mijn tijdgenoten die afstand nemen van dat godsbeeld en ik zoek naar woorden die weergeven wat God voor mij dan wel is: mijn God: hij en ik in één domein. Ik heb maar zo’n idee dat ik daarin niet alleen sta: dat deze God-intuitie de kern is van veel (vaak onbegrepen) God-besef van mensen door de tijden heen.
We vinden daar sporen van in de litteratuur. Ooit hebben gelovige mensen God een titel gegeven die we terugvinden in het bijbelboek Exodus (3:14) waar ze hem laten zeggen: JHWH, een Hebreeuws woord dat je kunt vertalen met ik ben er, ik ben bij jou, ik zal er zijn, op mijn manier.
Ik vind dit een zeer rake omschrijving: GOD IS.
Dat moet dan een andere manier van zijn zijn dan het zijn van alles wat er verder is. God kan niet naast al dat andere zijn, want dan zou hij weer een object zijn tussen vele, een buitenstaander. Naar mijn idee is God niet náást maar samen mét de mensen en de dingen. Naar dat idee is God de enige die echt IS; heel de rest bestaat via hem, van hem uit. Het is dus niet de vraag of er wel een God is; bij het antwoord Nee zou er helemaal niets zijn, dus ook niemand om de vraag te stellen. Voor mij is God het milieu waarin wij leven, bewegen en zijn, met alles en allen die er ook zijn. Bij die God ben ik dus thuis, zo goed als al die anderen.
Als God de enige is die IS, dan is hij het zijn zelf. Alles wat er verder is, komt uit dat zijn voort: een universum vol materie, energie, straling, vibratie, ruimte, ontwikkeling, leven. Het is allemaal doortrokken van de Geest van God, de Geest die leeft in tal van geesten en geestelijke fenomenen: wijsheid, liefde, idealen en wat er verder in levenden kan opbloeien. Als wij deze geestelijke activiteit bij onszelf ontwaren, mogen we weten dat zij de werking is van de Geest van God in ons. We worden begeesterd door het goede, het ware en het schone dat wij ontdekken in de wereld rondom ons, in elkaar, in onszelf. Wij worden geïnspireerd tot goede gedachten, en kunnen dat uiten in kunst, in taal, in een lied.
We kunnen het woordje “God” misschien beter vervangen door wat we ermee bedoelen: de Geest. We zijn dan meteen verlost van bepaalde associaties die aan het traditionele woordje verbonden zijn.
Op goede momenten kunnen wij ervaren dat onze waarneembare wereld bezield is. De dingen zijn meer dan ze oppervlakkig lijken; de ziel geeft er zin en betekenis aan. Elk ding, (mini of mega) elk bestaan (levend of levenloos) elke samenhang of samenwerking wordt gedragen door die ziel.
Het (apocriefe) bijbelboek Wijsheid (1:7) drukt het heel kernachtig uit (de openingstekst op Eerste Pinksterdag in de oude RK liturgie) : Spiritus Domini replevit orbem terrarum.
Van de Geest des Heren is heel de aarde vervuld.
Die Geest vervult elk mens, elk dier, elk ding. Zij staat niet buiten onze wereld of onze ervaring, maar vervult ons, van binnenuit. Daardoor zijn wij bij machte, ons innerlijk open te stellen voor het transcendente, het mens-overschrijdende, het goddelijke. Daardoor zijn wij in staat tot grote daden.
De God die in Exodus genoemd wordt ”Ik zal er zijn” kondigde daarbij aan dat hij de mensen zou bevrijden uit Egypte. Hoe heeft hij dat gedaan ? Dat hebben de mensen zelf gedaan, Mozes voorop. Dat mensen elkaar bevrijden, dat is Ik-zal-er-zijn, dat is God. Die Geest vervult heel de aarde, met al het goede dat gebeurt; die Geest inspireert jou en mij om goed te zijn. Die God is liefde en al het verdere goeds op aarde.
Het besef dat de Geest van God aanzijn geeft aan de dingen ligt ten grondslag aan het idee Schepping. Al wat bestaat, stoffelijk en geestelijk, nuttig of rampzalig, wordt door dezelfde Geest gedragen. Alles bestaat in hem; alles wat gebeurt, gebeurt in hem en van hem uit. Misschien bedoelde Plato deze relatie toen hij zei dat niet de zichtbare verschijnselen maar de erachter liggende ideeën de werkelijkheid zijn. Het idee God omvat alle ideeën; de dingen zijn er de zichtbare presentie van. Wij zijn dit soort denken verleerd, te zeer op de stoffelijk waarneming gefixeerd. We denken God als iemand naast en liefst boven ons (het “opperwezen”), terwijl het juist Gods wezen is, dat hij in ons is. Of liever: dat wij in hem zijn.

God is de bezieling van heel de ruimte en ik maak deel uit van die ruimte. Ook in mij, deel van de bezielde wereld, en in de mensen die ik ontmoet leeft die ziel. In hem moet dus ook heel de schepping (inclusief de ons vijandige krachten) ons dierbaar zijn. Wij mensen zijn elkaars Geest-verwanten, kinderen van God onze Vader (typisch ’n beeld uit de paternalistische tijd). Hij is ons zeer nabij, van binnenuit. Als wij bidden, richten wij ons niet tot iemand buiten ons, zoals veel gebedsteksten doen denken; bidden is een inwendig gesprek met de onszelf bezielende kracht. Het heeft dus ook zin voor elkaar te bidden want wij delen in dezelfde gemeenschappelijke kracht: onze goddelijke bezieling. Door aan iemand te denken sterken wij haar of hem in die kracht.
De Geest is drager van alle leven. Elk individueel leven komt uit de Geest voort en vloeit bij onze dood weer naar haar terug. Dit versta ik onder “eeuwig leven”; het speelt zich naar mijn idee af in een sfeer buiten de ruimte en de tijd. Ik kan me moeilijk voorstellen, dat dit leven door ieder mens persoonlijk ervaren wordt. Ik denk niet dat er behoefte zou zijn aan vergelding van goed en kwaad uit het voorbije leven. Dat idee past in het beeld van een god als iemand die door zonden beledigd is en genoegdoening zoekt. Ik denk liever aan de God in wie daden worden vergeten en tranen gewist. De dood mag van mij het einde zijn van lief en van leed, al kunnen de nabestaanden met hun herinnering het lief nog een tijdje blijven koesteren.
Het idee van de door onze zonden beledigde en straffende majesteit Gods lijkt mij een gevolg van een vertekend godsbeeld. Het komt mooi tegemoet aan de roep om gerechtigheid: het kwaad mag immers niet ongestraft blijven. Ik constateer, dat veel kwaad inderdaad ongewroken blijft; de natuur is er vol van.
Dat God Ik-ben-er-bij het kwaad bestrijdt komt tot uiting als wij zelf, door zijn Geest bezield, het goede zoeken en het kwaad in de wereld zoveel mogelijk bestrijden, te beginnen bij onszelf. En als wij via de burgerlijke overheid, leger en politie wetten en recht handhaven.
Ik denk dat op een vergelijkbare wijze veel christelijk gedachtegoed kan worden begrepen als mythisch denken en dat hun betekenis kan worden gerelativeerd. Let op het “kan” in de vorige zin. Sommige verhalen en ideeën kunnen mythisch verklaard worden maar men kan ook aan de letterlijke betekenis vasthouden. Dat sommigen het een doen, hoeven anderen niet als bedreigend te ervaren. Mythen kunnen betrekking hebben op een waarachtige werkelijkheid, zij het soms in metaforen gehuld. Vaak hebben zij, ook als zij niet historisch of letterlijk verstaan worden, een rijke zin die het waard maakt ze in herinnering te houden.
Dit alles gesteld zijnde, meen ik dat sommige geloofspunten die voor veel gelovigen heilig zijn, voor anderen een belemmering kunnen vormen om hun geloof in God te beleven. Als het voor hen een bevrijding is, die punten als mythisch te verstaan, dan moet dat mogelijk zijn. Hierboven werd al de door zonden beledigde en bestraffende god genoemd; ik denk ook aan veel “godsdienstig” eerbetoon, aan de god die verantwoordelijk zou moeten zijn voor rampspoed en die dan met gebeden vermurwd moet worden, of aan de almachtige die de natuur bruuskeert met onmogelijke wonderen. Mijn geloof in God verhindert niet dat ik bij deze en nog wat andere geloofswaarheden mijn bedenkingen heb.

Geloven in de Geest die ons bezielt inspireert ons denken en doen, motiveert ons om goede mensen te zijn. Het besef dat wij met alle levenden uit dezelfde Geest geboren zijn bepaalt onze omgang met onze medemensen. Dit besef geeft mijn leven met dat van anderen en met heel de schepping zin.
Naar mijn idee is dit besef de kern van de religie. Het is zinvol er mee bezig te zijn, privé én samen met anderen, elkaar inspirerend en voorthelpend op de levensweg. Zo kunnen wij ook de herinnering levend houden aan mensen die leefden in de Geest en ons met wijze woorden en goede daden zijn voorgegaan. Jezus van Nazareth was zo iemand, en velen voor en na hem. De huidige kerken dragen te zwaar de last van de geschiedenis vanaf hun begin: de last van mythen, verhalen, denkwijzen, leefregels, ge- en verboden, bindende uitspraken, machtsuitoefening door keizers, koningen en prelaten.
Het zijn juist deze dingen die de godsdienst in onze tijd impopulair gemaakt hebben. Voor de werkelijke beleving van de God-Geest in ons leven zijn zij een overbodige ballast waar wij ons van kunnen bevrijden. Dan komt er weer ruimte om met hart en ziel te geloven in mijn en jouw God die is.

*
Er leeft in de wereld een machtig geheim,
begrepen door hen die gelovigen zijn.
Voor hen wordt het wezen der schepping onthuld:
De Geest van de Heer heeft de aarde vervuld.
In de wereld rondom mij, in alles wat leeft
is de Geest die het zin en betekenis geeft.
Zij richt mijn gedachten, mijn woorden en daden.
Ik deel in Gods Geest. Ik noem dat genade.

Pieter Rijnja (1928)
september 2012
hagenaars

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door hagenaars »

Hartelijk welkom, Pieter, ik zal je stuk de komende dagen lezen en dan reageren...
David Bakker
Beheerder
Berichten: 1337
Lid geworden op: ma 28 nov 2011, 00:35

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door David Bakker »

Mooi verhaal Piet, maar het - geest, ziel etc. - is niet mijn 'cup of tea'.

Er is geen onderscheid tussen geest en materie.
Martin

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door Martin »

NIET god schiep de MENS naar eigen BEELD ,maar De grondlegger van het humanisme namelijk biseksuele socrates schiep de mens naar eigen beeld met alle verschillen van dien zoals heteros homos en biseksuelen en lesbiennes dat is te lezen in het boek ASTRA van socrates opgetekent door zijn leerling Plato 400 jaar voor het jaar nul . Socrates had voor de toekomst voor dat hij de gifbeker kreeg een WIJSGERIG PERSPECTIEF geschapen namelijk normen en waarden bij biseksuele heteros en homoseksuelen en lesbiennes Hij zei hierobver WOEDE ZET AAN TOT SCHEPPINGSDRANG . Nu ALLES van Socrates er is zoals het hetero en homocondoom in OVERVLOED OP AARDE is kunnen bi he en ho emanciperen zonder dat dat leidt tot de DOOD met gebruik van condooms.
De katholieke kekr heeft in het jaar NUL het boekje ASTRA VAN SOCRATES op de index gezet als verboden boek omdat daar de taal instaat die voor de gelovigen verboden was Socrate geloofde al 400 jaar voor het jaar nul al niet meer in god hij zei dat het nog nooit een GODDELIJK BEGINSEL WAS GEWEEST OF JE NU HE HO OF BISEKSUEEL BENT wie dan ook de eigen ziel te ontnemen Nu ALLES er is van dat WIJSGERIG PERSPECTIEF kunnen we over gaan tot LIEFDE ZET AAN TOT SCHEPPINGSDRANG met betrekking tot die BI PLATONISCH GERICHTE GEEST en daat seksualiteit aan koppelen . Dus nu de wereld is met liefde gemaakt nu de MENS nog het EIGEN BEELD naar (god) Socrates dus als grondlegger van het niet schadende HUMANISME perfectionisme heet dat

van HUMANIST Martin Simon van Griethuijsen Secretaris van de Internationale landenlijke werkgroep he ho en Biseksualiteit en Overhedenbeleid
hagenaars

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door hagenaars »

Ik loop het geplaatste artikel systhematisch langs en plaats mijn kanttekeningen van een atheist. Een godlocchenaar. Maar wel een met groot respect voor gelovigen. Als we het geloof niet serieus nemen, komen er vaak grote ongelukken, waarbij ik denk aan Pol Pot, Stalin en Mao Tse Toung. To name a few.

Maar ook vandaag wordt uit naam van dit godsidee gemoord, zoals we dagelijks vernemen. Het is een idee met bezwaren.

Het is geen groot nieuws dat er altijd goden waren en dat deze overal en bij alle culturen zijn. Maar dat zegt natuurlijk niets over de bruikbaarheid van dit idee. Die is, helaas misschien, gering. Ik denk dat de negentiende eeuw ons heeft geleerd dat een seculiere wereld en een relativering van het godsgeloof het beste werkt. De mensenrechten werden zo een serieus alternatief voor de voorheen prominente goden. In die mensenrechten als beginsel wordt het godsgeoof beschermwaardig. maar het moet de dominante positie opgeven. Of god bestaat, is daarmee een overbodige vraag geworden, theologen en dichters houden zich er mee bezig en dat is goed. Maar om bv. Bach te waarderen is godsgeloof niet meer nodig.
Dat scheelt een hoop gedoe. Er zijn bovendien inmiddels naast mensenrechten ook andere ideeen vruchtbaar gebleken. De priesters hebben concurentie gekregen en dat maakt de samenleving een stuk aangenamer.

Ik ben het dus met u eens dat god objectief niet bestaat, het is een idee, cultuur...De werkelijkheid van god is in de gemeenschap van de gelovigen. Godsbesef, u zegt het goed is intuitie. De waarheidspretentie staat het zuivere geloof in de weg. Als we naar Bach luisteren of samen met andere gelovigen een mooie psalm zingen dan is dat geen akt van kennis, maar van geloof. Ik persoonlijk zing dan natuurlijk dat de gedachten vrij zijn. En dat internationale zal heersen over de aard, mooie teksten. Soms heb je niet eens een tekst nodig om gezamenlijk te genieten van eenheid, zoals bv. bij het Europese volkslied dat wel een mooie melodie is, maar geen tekst.
Uw voorbeeld Exodus is goed gekozen, het is een mooi verhaal, maar kan ons niet meer aanzetten tot iets serieus, 47 pagina´s mythe en dat is goed zo.

De waarneembare wereld bezield achten is naar mijn mening een prima concept, maar probeer het niet te weerleggen of bewijzen, het valt niet vast te stellen. De Mont Blanc en mijn hond zijn prachtige voorbeelden. Niks bezieling, want geen feitelijke werkelijkheid, maar reuze bruikbaar als je met die lieve hond een wandeling in Zwitserland maakt.

ik ben zeer benieuwd naar uw reactie.
Laatst gewijzigd door hagenaars op di 25 sep 2012, 06:25, 1 keer totaal gewijzigd.
martin

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door martin »

god is een uitvinding van de MENS .na het jubeljaar 2000 van HUMANIST PAUS JOHANNES PAULUS kan ieder mens conform zijn identiteit of geaardheid EEN GOD IN HET DIEPST VAN ZIJN GEDACHTE ZIJN en kan ieder met zijn INNERLIJKE STEM die ieder MENS in zich heeft bepalen of hij een goddelijke hetero homo of biseksueel of lesbienne zal zijn METEN IS WETEN ofwel de VERITATIS SPLENDOR ORBI SOCRATES ALS HOOGST ONTWIKKELT MENS van het URBI ET ORBI

van Humanist Martin Simon van Griethuysen ps alle gezeur rond , of god wel of niet bestaat is daarmee ONZIN en NONSENS en is GOD VOOR DE DOMMEN EN SOCRATES EN PLATO VOOR DE WIJZEN
hagenaars

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door hagenaars »

Beste Martin,

Dat lijkt mij wel een felicitatie waard!
martin

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door martin »

Misscien moet je zeggen omdat het HEEL AL al miljarden bestaat en de civilisatie van de mens zon 5000 jaar
WAREN DE GODEN ASTRONAUTEN
van HUMANIST MARTIN SIMON VAN GRIETHUIJSEN lid D66 LID HUMANISTISCH VERBOND lid HUMANISTISCH LANDELIJK NETWERK BISEKSUALITEIT
hagenaars

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door hagenaars »

Er zit meer achter D66 dan ik dacht...
Pieter Rijnja
Berichten: 3
Lid geworden op: do 20 sep 2012, 13:47

Re: IN GOD GELOVEN de mythen voorbij

Bericht door Pieter Rijnja »

Dit is een reactie op de reactie van Hagenaars op mijn verhaal "In God geloven, de mythe voorbij".
Het valt mij tegen dat u niet inhoudelijk op mijn verhaal ingaat. U redeneert als een"Atheist", dus zonder het idee God echt serieus te nemen. Ik dacht dat Vrijdenken juist betekende dat álle gedachten serieus te nemen zijn. Het atheisme is toch niet een zoveelste dogma? God mág toch wel ?
Ik verwerp het idee God niet, ik stel alleen dat het totnutoe verkeerd begrepen wordt: God als een iemand, een object naast andere. Daar moeten we vanaf, dat is een denksel van mensen waar we in onze tijd niet meer mee overweg kunnen. Uit dát besef is misschien wel het atheisme voortgekomen. Maar het is dan wel doorgeschoten; het heeft met dat oude water het kind weggegooid.
Ik stel in mijn verhaal, dat de aloude intuitie "God" wel degelijk ergens over gaat: over het feit namelijk dat wij er zijn. Wij ervaren het zijn als iets vanzelfsprekends maar het is in feite onwaarschijnlijk dat er überhaupt iets IS. Het niet-zijn van alles had veel meer voor de hand gelegen. Toch is er iets, sterker: er is alles, zowel stoffelijk als geestelijk (al kun je niet alles eten en meten, toch is er ook het onzienlijke). Welnu: dat ZIJN noemen we God en alles wat er is, is deel van dat God. Het is geen vraag of dat zo is, want zo nee, dan zou er nog steeds niets zijn, quod non. Ik en de Mont Blanc en uw hond danken ons bestaan dus aan God. Die God ziet er wel iets anders uit dan in het gangbare verhaal, maar het is wel de basis van het godsbegrip. Zo is het ooit begonnen, en o.a. verwoord in die beroemde zin in Genesis: IK BEN. Daar moeten we op doordenken.Daar gaat mijn stukje over en daar had ik graag een reactie op gehad.
Dankend voor uw met mij meedenken: Pieter Rijnja.
Plaats reactie